De smeltende piramide – het publieke domein in beweging

Oude, rigide structuren maken plaats voor dynamiek waarin burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven flexibele verbanden aangaan en weer verbreken. De tijd van de piramides met een duidelijke hiërarchie is voorbij. Door radicale decentralisatie zullen kleine verbanden steeds meer zelf kunnen organiseren; radicale transparantie zorgt ervoor dat het publieke domein, en de organisaties en individuen die hem bevolken, openheid van zaken moeten geven. Technologische ontwikkeling maakt hierin veel mogelijk.

Open opstellen
Juist het publieke domein moet en kan zich veel opener opstellen. Daar zijn inmiddels goede voorbeelden van te geven. De Noorse belastingdienst, Skatteetaten, is verplicht alle aangiftes openbaar te maken. De stap om deze gegevens ook te ontsluiten via de site skattelister.no was snel gezet: iedereen kan nu even controleren of die nieuwe Mercedes van de buren strookt met het inkomen. Ook buiten het traditioneel open Skandinavië moet het publiek domein met de billen bloot. De door Julian Assange onthulde geheimen van de Amerikaanse overheid waren nog ver van ons bed, maar de voortdenderende trein van de transparantie komt steeds dichterbij. In Nederland zouden we voorop kunnen lopen: buitenlanders verbazen zich altijd over onze ramen zonder gordijnen, die van ons huis een kijkdoos maken. Hoog tijd voor een publieke, grotendeels virtuele kijkdoos.

Decentraal
Naast transparantie speelt ook radicale decentralisatie een sleutelrol. Steeds meer dingen kun je zelf of in een klein verband handiger organiseren dan in het groot. Vroeger was er een grote kolencentrale nodig om aan de energievraag te voldoen, nu voldoet een zonnepaneel of een windmolen. Slimme verbanden van burgers maken het rendabel en andere verbanden kopen de energie voordelig in. De maatschappelijke gevolgen van deze radicale decentralisatie zijn groot. De consument wordt prosument. Met een goed idee, netwerk en strategie kan zij of hij sneller dan ooit een grote impact op de samenleving hebben. De twintigste eeuw was top-down, maar de eenentwintigste is behalve bottom-up ook horizontaal. Voor de belangenorganisatie komt het netwerk in de plaats; voor de macht van de groep de kracht van connecties.

Vloeibare samenleving
Het is, kortom, het tijdperk van de vloeibare samenleving. Transparantie en decentralisatie hebben, gevoed door technologie, de maatschappij inmiddels vloeibaar gemaakt. Voor het organiseren van mensen en kennis maakt de traditionele vaste vorm van een instelling of organisatie dan ook steeds vaker plaats voor de vloeibaarheid en transparantie van het netwerk.
In de vloeibare samenleving maken burgers gemakkelijk een begin met het veranderen van de wereld. Iedereen kan dat vanachter zijn computer en binnen zijn eigen netwerk. Dat heeft al geleid tot bedrijven zoals Instagram en Uber, die met weinig personeel een flexibel platform oprichtten, miljarden waard zijn geworden en een hele sector op hun kop hebben gezet.
De ‘powers that be’, de aloude instituties, hebben het er maar moeilijk mee. De publieke sector zal zelf moeten ontdooien en vloeibaar worden. Maar hoe?
De overheid was in het oude model bepalend: de regels en kaders kwamen van boven en het bureaucratische model werd de norm om ontwikkelingen in de samenleving te sturen en uitvoering te geven aan de vele publieke taken. Overheden, zorg en onderwijs werkten naar binnen en naar buiten met als trefwoorden hiërarchie, bevoegdheden, taken en sturing.

Nieuwe systeem
In het nieuwe systeem gaat het er niet meer om wie de baas is en waar een taak of bevoegdheid precies ligt. Zowel personen als organisaties zullen meer moeten samenwerken volgens een flexibeler opdracht. Binnen organisaties opereren zelfsturende teams; tussen organisaties vindt meer afstemming plaats over overlappende bezigheden dan over scheidslijnen. Het Rijk ondersteunt regionale overheden; provincies vormen een platform voor lokale overheden.
Bij zulke platforms komen allerlei belangen van burgers, bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld samen. De overheid geeft geen eindoordeel, houdt zich in met regelgeving en concentreert zich op het faciliteren van het samenspel van maatschappelijke actoren.

Flexibele houding
Deze aanpak vergt een flexibele houding bij de mensen die in de publieke of semipublieke sector aan het werk zijn. Een Belgisch voorbeeld bewijst dat het kan en dat verkokering en ambtelijke verhoudingen met succes kunnen worden doorbroken in traditionele overheidsbolwerken. Frank van Massenhove is de hoogste ambtenaar van de Belgische Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, maar heeft geen eigen kantoor. Werknemers beoordelen hun chefs, die bovendien in dezelfde fysieke ruimte aanwezig zijn. Ze bepalen zelf wanneer ze hun uren maken en waar ze dat doen; dat mag ook thuis. Het resultaat: kostenbesparingen, verhoogde productiviteit en een enthousiaste staf. Van Massenhove deed zijn ideeën wereldwijd op en maakte er een revolutionaire, unieke cocktail van. Goed voorbeeld doet goed volgen!
Ook vraagt deze aanpak om een ambitieuze overheid. We zullen veel barrières moeten wegnemen. Er moet opnieuw, fundamenteel worden nagedacht over het aanjagen van deze nieuwe ontwikkelingen. Het publieke domein – en zij die hierbinnen werken– moet veel los durven laten.
Lukt dat, dan blijft het publieke domein relevant en staat nieuw talent te popelen om erbinnen aan de slag te gaan.

Farid Tabarki